Er zijn grofweg drie opties voor extra grip in de sneeuw. Hieronder leg ik kort en duidelijk uit wat ze doen, wanneer je ze gebruikt en waar je op moet letten. Zo maak je in één keer de juiste keuze.
Loopvlakketting
Een loopvlakketting loopt alleen over het loopvlak van de band. Er gaat dus niets achter de band langs. Dit is precies waarom moderne auto’s met weinig ruimte in de wielkast deze ketting wél mogen gebruiken.
- Ideaal bij beperkte ruimte geen risico op contact met remleidingen of schokdemper.
- Montage is vaak via een adapter op de wielbouten; het systeem gaat over het loopvlak van de band heen.
- Alle modellen hebben een zelfspannend systeem.
Sneeuwsok
Een sneeuwsok is een textielhoes die je over de band trekt. Superlicht en snel te monteren; vaak in enkele maten leverbaar die veel banden maten afdekken. Je hebt geen ruimte achter de band nodig, want de sok gaat alleen over het loopvlak.
- Snel en simpel binnen een minuut om de band.
- Wasbaar na gebruik gewoon in de wasmachine, schoon en klaar voor de volgende rit.
- Slijt snel op (natte) stukken asfalt zonder sneeuw, niet ideaal voor lang gebruik.
- Regelgeving in veel landen toegestaan als alternatief, maar niet in Oostenrijk als vervanger van metalen kettingen (sokken hebben geen Ö-Norm V5117).
Klassieke ketting
De traditionele ketting gaat rondom de band en ook een stukje achterlangs. Werkt nog steeds uitstekend, maar kan bij moderne auto’s vaak niet meer in verband met de wielkastruimte.
- Bewezen grip metalen schakels bijten goed op aangedrukte sneeuw en ijs.
- Vaak langer bezig met montage, en na 50 meter rijden gespannen moeten worden.
- Als de wielkastruimte te krap is, loop je risico op schade (remleiding/bandwang).
